We delen onze kennis en inzichten graag met je! Wil je op de hoogte blijven? Meld je dan aan voor onze nieuwsbrief rechts onderaan de pagina.

Zoek op thema

Tijdens een van mijn observaties in een peutergroep is het tijd voor een magisch moment: voorlezen! Door voor te lezen, komt de groep samen in een moment van spel, leren en verbinding. De pedagogisch medewerker heeft zich op een bankje geïnstalleerd en nodigt de kinderen uit om mee te doen. Het kleurrijke boek Rupsje Nooitgenoeg van Eric Carle sluit perfect aan bij het thema waar de groep op dat moment mee werkt. Al snel verzamelen zich enkele peuters om haar heen. De kinderen hebben er duidelijk zin in. Ze lachen, wijzen naar het boek en roepen woorden als “rupsje,” “eitje,” en “maan.”
We horen het bijna dagelijks: voorlezen en zelf lezen zijn onmisbaar voor de ontwikkeling van kinderen en jongeren. Uit wetenschappelijk onderzoek weten we dat boeken of teksten lezen en verhalen vertellen vele voordelen heeft op de ontwikkeling van taal, cognitieve en sociaal-emotionele vaardigheden. Maar wat is die positieve invloed dan precies?
Dagelijks lezen helpt kinderen hun leesvaardigheid te ontwikkelen. Hoe meer ze lezen, hoe beter ze worden in lezen, hoe groter hun woordenschat wordt en hoe meer ze te weten komen over de wereld om hen heen. Het lezen van goede boeken stimuleert het empathisch vermogen, doordat kinderen leren zich in anderen te verplaatsen. Wanneer hun intrinsieke motivatie wordt aangesproken, ontdekken kinderen dat lezen leuk is en oefenen ze iedere dag op een natuurlijke manier hun leesvaardigheid.
De dalende leesvaardigheid is en blijft onderwerp van gesprek. Uit onderzoek blijkt dat jongeren steeds minder plezier hebben in lezen en slechter gaan lezen. Bijna een derde van de vijftienjarigen loopt hierdoor de kans om laaggeletterd te worden. Dat is zorgelijk, want goed kunnen lezen is een voorwaarde om je te ontwikkelen en om mee te doen in de samenleving. Hoe krijg je leerlingen van 12 tot 18 jaar aan het lezen? Wij geven je tips.
Lezen is een vaardigheid die kinderen nodig hebben om te leren en zichzelf te ontwikkelen. Leesplezier speelt een cruciale rol in het ontwikkelen van leesvaardigheid. Kinderen die met plezier lezen, lezen vaker en verbeteren daardoor hun leesniveau (o.a. Mol & Bus, 2011). Een coachende leraar, leescoördinator en leesondersteuning voor de zwakkere lezers dragen positief bij aan de leesprestaties. Ook een goed geordende bibliotheek met leuke boeken is onmisbaar!
Per 1 oktober 2024 nemen wij afscheid van het dyslexiebehandelprogramma Letterlicht en starten met Asgaard Saga. Het nieuwe behandelprogramma is stevig wetenschappelijk onderbouwd met expliciete aandacht voor motivatie en plezier van de leerling via gamificatie. Daarmee past het beter in onze visie op onderwijs en jeugdzorg. Alle leerlingen die in behandeling zijn, stappen over op Asgaard Saga.
Na een dyslexieonderzoek voeren we een adviesgesprek met ouders/verzorgers. We horen regelmatig dat zij het geen verrassing vinden als blijkt dat hun kind dyslexie heeft. Het vermoeden bestaat bij hen al langer. We horen ook vaak dat het voor ouders/verzorgers een lastig pad was om deze bevestiging te krijgen. Want, waar begin je de zoektocht eigenlijk?
Voor leerlingen met dyslexie is het erg belangrijk dat de problemen met lezen en/of spellen vroegtijdig worden gesignaleerd. Hiermee voorkom je dat de achterstand die een leerling met dyslexie heeft nóg groter wordt. Gelukkig zien we in de praktijk dat dit steeds beter lukt. Leerlingen worden vaker al in de onderbouw of middenbouw aangemeld voor onderzoek. Als er dan sprake blijkt te zijn van ernstige dyslexie kan de extra begeleiding snel worden opgestart. Hierdoor kunnen wij leerlingen al eerder in hun schoolcarrière begeleiden en de juiste handvatten geven om met dyslexie om te gaan.
Zelf haalt ze als docent veel plezier uit het coachen en begeleiden van middenmanagers. ‘Ik geniet van de interactie met de groep. Omdat ik het al een poosje doe, zit ik goed in de materie. Dus ik kan de lessen precies afstemmen op nieuwe ontwikkelingen en op wat de deelnemers nodig hebben.’ Wat maakt de opleiding Middenmanagement I en II nou zo anders dan een e-learning? Hoe werkt de combinatie theorie en praktijk en is er ook ruimte voor eigen casussen? Ellen de Schiffart, Senior onderwijsversterker & Specialist school als systeem, licht toe.
Het afgelopen schooljaar was Eveline Moras-van Mameren betrokken bij een leerling met Long-Covid in West-Friesland. Het ging wisselend met hem; het herstel van Long-Covid is moeilijk te voorspellen. Dat frustreerde zowel leerling als ouders. Er was vooruitgang te merken, alleen niet snel genoeg. De basisschool had in samenspraak met ouders en behandelaars onder andere de schooltijden aangepast. Het leek de intern begeleider en leerkracht fijn als Eveline ook meedacht over de organisatie van het onderwijs.